N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview Behalve bij banken is de aandacht voor fraude en corruptie gering. Accountants en advocaten zouden ‘raar’ geld en ‘foute’ klanten vaker moeten melden, vinden corruptiebestrijders Peter van Leusden en Lousewies van der Laan.
Toen Peter van Leusden als opsporingsleider bij de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst FIOD het grote witwasonderzoek naar ING had afgerond, stelde hij voor om daarna een ander soort partij aan te pakken. Een groot accountantskantoor, of een trustkantoor.
Bij de banken zit de schrik er inmiddels in. Zij hebben geïnvesteerd in beter toezicht op dubieuze transacties en duizenden compliance-medewerkers aangetrokken. Ze zijn zelfs, zo klinkt de kritiek, daarin misschien wel doorgeschoten. Maar andere bedrijfstakken zijn achtergebleven, ziet Van Leusden. Accountantskantoren, notarissen, Zuidas-advocaten, trustkantoren: allemaal partijen die onmisbaar zijn in de bestrijding van corruptie en fraude, maar die van hun ‘poortwachtersfunctie’ nog niet veel prioriteit hebben gemaakt.
Dat is wel nodig, want het gaat intussen niet geweldig met de corruptiebestrijding in Nederland. Grote strafzaken naar Damen Shipyards en Shell liggen stil of zijn gestaakt. Het corruptieonderzoek naar Richard de Mos, dat eindigde in vrijspraak, werd ook geen duidelijke waarschuwing. Bovendien staat Nederland mondiaal bekend als belastingparadijs en doorsluishaven van fout geld. Op de lijst van minst corruptiegevoelige landen van de internationale anticorruptieorganisatie Transparency International is Nederland dit jaar met twee plaatsen gezakt naar de achtste plek. Nog steeds heel hoog, maar lager dan ooit. Maar de FIOD ging niet op Van Leusdens voorstel in: zijn volgende onderzoek was niet naar accountants, maar naar ABN Amro.
Het werk bij de FIOD trok uiteindelijk een grote wissel op hem. In 2020 verwisselde hij de opsporingsdienst voor het commerciële kantoor Partner in Compliance, dat bedrijven en organisaties bijstaat met compliance- en integriteitszaken.
Voor 26 september heeft Van Leusden een congres georganiseerd over de rol van poortwachters in corruptiebestrijding. De vraag die dan, en ook in dit interview, op tafel ligt: wie moet er aan de slag? En hoe? Bij het gesprek in het Marriott-hotel tegenover Rotterdam Centraal is ook oud-politica Lousewies van der Laan aangeschoven, directeur van Transparency International Nederland.
Is Nederland corrupter geworden?
Meteen gaan vier schouders de lucht in. Van der Laan: „Dat Nederland is gedaald op onze index, is vooral omdat het achterblijft met regels voor lobbyisten in de politiek, omdat klokkenluiders niet genoeg beschermd worden en omdat de controle op de financiering van politieke partijen heel matig is. In Nederland wordt 40 procent van de politici lobbyist. Dat is in vergelijking met andere landen echt heel veel. Weet je nog Helma Lodders van de VVD, die zich in de Kamer bezighield met kansspelen en toen lobbyist werd voor de online gokbranche? Zo begin je te snappen dat gokbedrijven wel volledige toegang krijgen tot het wetgevingsproces – en dat naar een partij als Trimbos, die zich zorgen maakt over verslaving, nauwelijks wordt geluisterd.
„De Raad van Europa heeft Nederland zeven jaar geleden al op de vingers getikt wegens het gebrek aan lobbyregels. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zegt nu dat het heel moeilijk is om het begrip ‘lobbyist’ te definiëren. Dat is gek, want dat lukt landen om ons heen wel. Zo definieert Duitsland een lobby als: elk contact dat tot doel heeft direct of indirect invloed uit te oefenen op het proces van het formuleren van doelstellingen of het nemen van besluiten door organen, leden, parlementaire fracties of groeperingen van het parlement of de regering.”
Jullie index kijkt niet naar fraude of corruptie in het zakenleven. Hoe gaat het daarmee?
Van Leusden: „Je zit met een meetprobleem. Corruptie is vaak zeer lastig te bewijzen. Je vervolgt een persoon of een bedrijf eerder wegens witwassen of valsheid in geschrifte. Dan komt het niet als corruptie in de boeken.
„De lat voor corruptie ligt bovendien erg hoog in de rechtszaal. Dat zagen we nog in de zaak tegen Richard de Mos, die ervan werd verdacht vergunningen te hebben verstrekt in ruil voor partijdonaties. De betalingen waren een feit, de vergunningen waren afgegeven. Je voelde dat het schuurde. Maar De Mos had uiteindelijk geen ‘persoonlijk gewin’, dus was het geen corruptie.”
Van der Laan: „Nederland heeft in de wet niet iets als ‘vriendjespolitiek’ strafbaar gesteld. De Europese Unie komt met een nieuw anticorruptie-pakket, en nu moeten we dat alsnog doen. Peddling in influence heet dat, handel in invloed. De zaak tegen De Mos was misschien wel gelukt als dat strafbaar was geweest.”
Of er méér corruptie is, weten de twee niet, maar ze zijn het erover eens dat de bestrijding ervan niet veel efficiënter is geworden. Van Leusden, die zelf grote strafrechtelijke onderzoeken naar fraude en corruptie deed bij Ballast Nedam, SBM Offshore en KPMG, ziet op dit moment weinig grote zaken slagen. En feit is dat er onverminderd „raar” geld door Nederland stroomt: drugsgeld en miljarden afkomstig van dubieuze regimes of vermogende personen, die via agressieve belastingtrucs en obscure bv-constructies via de Zuidas gaan.
Van der Laan: „Voor Nederland geldt dat we vaak alleen een doorvoerhaven zijn, of dat het gaat om iets wat een Nederlands bedrijf in het buitenland doet, ver weg. Daar wordt niet heel sterk op gehandhaafd.”
De zaak tegen De Mos was misschien wel gelukt als ‘handel in invloed’ strafbaar was geweest in Nederland
Banken zijn de bekendste ‘poortwachters’. Ze hebben sinds de strafrechtelijke onderzoeken duizenden mensen aangetrokken om verdachte transacties te beoordelen. Werkt het?
Van Leusden: „Er was veel achterstallig onderhoud bij de banken. Er is nu meer aandacht voor het achterhalen van wie je klant eigenlijk is, en welke risico’s die met zich meebrengt. Banken maken vaker meldingen bij de FIU.” Deze Financial Intelligence Unit is het meldpunt van de overheid voor ongebruikelijke transacties.
Sommigen vinden het beleid doorgeschoten. De FIU kan al die meldingen niet verwerken. Klanten worden er soms op basis van geruchten of slechte pers bij hun bank uitgegooid en kunnen zich daar nauwelijks tegen verweren.
Van Leusden: „Het is ook doorgeschoten. De banken zitten in een spagaat. De bedoeling was altijd dat het toezicht risicogestuurd was. Maar dan moet je wel goed samen afspreken welke risico’s je accepteert en onder welke voorwaarden. Op welke landen let je, op welk soort klanten? De Nederlandsche Bank zou hier een rol in moeten spelen. Dat is niet gebeurd, dat komt nu pas een beetje op gang. En daarom nemen banken nu geen enkel risico en zitten duizenden analisten onterechte alarmeringen te beoordelen en melden ze alles. Met als gevolg dat de FIU tegen een enorme berg meldingen aankijkt waar ze nauwelijks iets mee kunnen.
„Een aantal banken werkt aan een transactiemonitor, waarin ze samen transacties controleren. Daarvoor definiëren ze ook samen risico’s. Dat is echt een goed idee. Maar daar is de Autoriteit Persoonsgegevens weer op tegen.”
De AP stelde dat het plan een deur openzet naar „ongekende massasurveillance”.
Andere poortwachters met meldplicht blijven achter. Banken en financiële instellingen doen logischerwijs de meeste meldingen: meer dan 1,5 miljoen ongebruikelijke transacties in 2022. Maar dan daalt het snel. Notarissen: 1.200 keer. Makelaars: 218 keer. Trustkantoren: 89 keer. Advocaten: 15 keer.
Van Leusden: „Vreselijk. En het is dalende, hè? Aan een melding van een accountant of van een trustkantoor of notaris kun je echt veel hebben in de opsporing, want zij doorzien de structuur. Maar bij accountants beland je meteen in een discussie over waar ze naar moeten kijken. Als ík in de boeken een consultancy fee van 5 procent van een miljoenenbedrag zie, wil ik weten: wat heeft die tussenpersoon daarvoor gedaan? Is dat te achterhalen? Een accountant vindt dat-ie vooral moet controleren op fraude. Klopt het bedrag? Telt de som goed op? De blik van accountants is nog niet erg op corruptie gericht. Dat begint wel te veranderen, hoor. De beroepsorganisatie voor accountants heeft net een handreiking over corruptie uitgebracht.”
Van der Laan: „Het is wat je mensen leert in hun opleiding. Leer je ze een ethisch kompas aan? Wij hebben nu een Integrity School geopend, gericht op preventie. Ik vind het voorbeeld van de landsadvocaat altijd een mooie. Een notaris heeft daar twintig jaar lang in z’n eentje miljoenen kunnen wegsluizen van de derdengeldrekening, en dan is de eerste reactie van Pels Rijcken: wij zijn ook slachtoffer van een eenling. Dan denk ik: nee. Er werken juristen bij jullie en al die decennia heeft nooit iemand zijn vinger opgestoken en gezegd: hoe hebben we dat hier eigenlijk georganiseerd?”
Van Leusden: „Advocaten en notarissen hebben wel een ingewikkelde positie. Ze hebben geheimhoudingsplicht, maar ook een meldplicht bij dubieuze transacties.
„Het gaat pas echt mis als een advocaat of notaris meewerkt aan dubieuze praktijken. Verschoningsrecht kan dan helpen om zaken verborgen te houden. De enige keer dat ik een notaris onderzocht, belandde ik bijna in een burn-out. Voor ik het wist, stond ík voor het hekje, omdat-ie een zaak tegen mij aanspande. Ik zou zijn verschoningsrecht hebben geschonden.”
In Nederland vinden we het geen probleem dat de Zuidas agressieve belastingroutes voor buitenlandse bedrijven faciliteert. Dat moet veranderen
Bij witwassen en corruptie in het bedrijfsleven is het redelijk helder welke poortwachters een rol hebben: banken, accountants, notarissen. Maar wie zijn de poortwachters bij corruptie in de politiek?
Van der Laan: „Dan kijk je toch meer naar onderzoeksjournalisten, naar ngo’s en naar klokkenluiders die aan de bel trekken. In de politiek zelf moet veel strenger opgetreden worden tegen mensen met een voorbeeldfunctie. In de Tweede Kamer heb je regels voor nevenfuncties. Dan heb je Thierry Baudet die zijn commerciële activiteiten niet opgeeft en dan wordt hij een week geschorst. Een wéék. En daarna mag hij weer verder. Dat is echt ongelooflijk. Dat kan in Nederland. Wat denk je dat de rest van Nederland dan denkt?”
Het beeld is toch dat Nederland niet heel erg corrupt is.
Van der Laan: „Ons probleem is dat we heel veel zaken niet als problematisch beschouwen, terwijl ze dat wel zijn: meteen na je werk in de politiek lobbyist worden; investeren via een belastingparadijs, zoals Wopke Hoekstra deed. Of neem wachtgeld. Daar wordt in Nederland echt op neergekeken. Politici laten zich erop voorstaan als ze niet van wachtgeld gebruikmaken. Maar het is een anticorruptiemaatregel, bedoeld om te voorkomen dat mensen tijdens hun publieke functie al rekening houden met hun toekomstige baan. Dat wordt niet uitgelegd.”
Van Leusden: „We vinden het ook geen probleem dat de Zuidas allerlei agressieve belastingroutes voor buitenlandse bedrijven en personen faciliteert. Dat een vrouw als Isabel dos Santos via Nederlandse bv’s honderden miljoenen uit Angola weg kan sluizen. Dat is ver weg, niks mee te maken. Idem met omkoping in het buitenland. Anders doen anderen het wel, zeggen bedrijven dan.
„Ik heb de corruptiezaak tegen Ballast Nedam gedaan, die slaagde – nog nooit zoveel negatieve reacties gehad. Geld uit Saoedi-Arabië dat via Nederland terugging naar rijke Arabische prinsen die nog rijker werden, wat was daarvan het probleem? Wij draaiden Ballast Nedam, een prachtig bedrijf, de nek om. Zo werd ernaar gekeken. En dat moet veranderen.”